Bossen
Eén derde van het landoppervlak bestaat uit bossen. Tachtig procent van alle planten- en diersoorten leven in bossen. Het bos is daarmee het waardevolste ecosysteem ter wereld.
Meer dan 1,6 miljard mensen zijn direct afhankelijk van het bos. Het bos levert hout, voedsel en grondstoffen voor medicijnen. Daarnaast voorkomen bossen erosie en overstromingen. De diepe wortels van de bomen houden de grond vast, waardoor de bovenlaag niet wegspoelt. Diezelfde wortels nemen veel water op, waardoor ze ook overstromingen tegengaan. Bossen beïnvloeden het klimaat. Bomen slaan enorme hoeveelheden kooldioxide (CO2) op en produceren zuurstof. Zo zuiveren ze de lucht.
Toch worden bossen bedreigd. Er verdwijnen wereldwijd gemiddeld 36 voetbalvelden bos per minuut. Ontbossing gebeurt voornamelijk in Afrika en Zuid-Amerika. In Europa en Azië groeien de bossen traag weer aan. Vooral tropische bossen worden gekapt. Het hardhout is erg gewild en bossen maken vaak plaats voor soja- en palmolieplantages. Ontbossing is slecht voor het klimaat. Wanneer een boom wordt gekapt, geeft hij zijn opgeslagen CO2 vrij. Als er geen nieuwe boom in de plaats komt, wordt er dus steeds minder CO2 opgeslagen. Zo'n achttien procent van de jaarlijkse CO2-uitstoot wordt veroorzaakt door ontbossing. Ontbossing bedreigt ook de biodiversiteit. Planten en dieren verdwijnen doordat hun territorium steeds kleiner wordt.
Niet alleen door ontbossing, maar ook door schimmels en ziekten worden bomen bedreigd.
Dossier:
Bossen
Laatste wijziging: 6 november 2019Dossier Thema: Natuur en Milieu